Hoe ontstond racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de Joden?
Joden waren tot 1900 in Europa nooit echt geaccepteerd, maar alleen in Oost-Europa werden ze echt gewelddadig behandeld. Joden vormden maar een klein deel van de bevolking in, vooral in Duitsland. Toch was er een aantal mensen die liever geen joden in hun land wilden. Hitler merkte dat op en maakte hier gebruik van en versterkte de antisemititische ideeën door kwaad te spreken over joden. Hij vond dat joden te veel macht hadden en de oorzaak waren van de slechte economie die gaande was, hij noemde ze bacillen die het Duitse ras vergiftigden. Voorstanders van Hitler waren het hier helemaal mee eens. Toen Hitler eenmaal de macht in handen had, werd de discriminatie alleen maar erger. Joden verloren veel rechten, zo mochten zij geen ambtenaren meer zijn en geen seks meer hebben met Duitsers. Iedereen met drie joodse voorouders werd jood genoemd.
In de beruchte Kristallnacht, de nacht van 9 op 10 november 1938, barstte het geweld tegen joden los. SA-mannen hadden het bevel gekregen om joden aan te vallen en ook het volk liet zich helemaal gaan. Synagoges, joodse huizen en winkels werden verwoest. Hitler was niet blij met de reactie van het volk op de Kristallnacht en gaf de SS, een nazibeweging, de opdracht om het “joden-probleem” op te lossen. Verschillende ideeën kwamen op, zoals het idee om joden naar Madagaskar te sturen zodat ze daar konden uitsterven. Uiteindelijk had Hitler een “oplossing”, hij wilde de joden met een oorlog vernietigen. De eerste keer was in Polen en joden werden met duizenden tegelijk vermoord. Toch was dit niet de juiste oplossing volgens Hitler: hij wilde de joden deporteren naar Siberië, maar dit was niet mogelijk door de oorlog. Uiteindelijk werden in 1942 duizenden joden naar Auschwitz in Polen gedeporteerd. Binnen een jaar wad het aantal opgelopen naar vier miljoen joden.
In de beruchte Kristallnacht, de nacht van 9 op 10 november 1938, barstte het geweld tegen joden los. SA-mannen hadden het bevel gekregen om joden aan te vallen en ook het volk liet zich helemaal gaan. Synagoges, joodse huizen en winkels werden verwoest. Hitler was niet blij met de reactie van het volk op de Kristallnacht en gaf de SS, een nazibeweging, de opdracht om het “joden-probleem” op te lossen. Verschillende ideeën kwamen op, zoals het idee om joden naar Madagaskar te sturen zodat ze daar konden uitsterven. Uiteindelijk had Hitler een “oplossing”, hij wilde de joden met een oorlog vernietigen. De eerste keer was in Polen en joden werden met duizenden tegelijk vermoord. Toch was dit niet de juiste oplossing volgens Hitler: hij wilde de joden deporteren naar Siberië, maar dit was niet mogelijk door de oorlog. Uiteindelijk werden in 1942 duizenden joden naar Auschwitz in Polen gedeporteerd. Binnen een jaar wad het aantal opgelopen naar vier miljoen joden.
"Wir haben es nicht gewusst"
Veel Duitsers voelden zich na de oorlog schuldig en zeiden dat ze niets wisten van de deportaties van de joden. Voor velen van hen was het meer een kwestie van niet willen weten, ze sloten zich af van de feiten.